Wat zijn isoflavonen?

Isoflavonen behoren tot een klasse flavonoïden die voornamelijk in leden van de vlinderbloemigen (Fabaceae) voorkomen. Voorlopig bewijs suggereert echter dat de families Rutaceae, Cannabaceae en nachtschade ze ook aanmaken. Aangenomen wordt dat isoflavonen na consumptie werken als fyto-oestrogenen. Door zich te binden aan oestrogeenreceptoren beïnvloeden ze mogelijk de aanmaak van geslachtshormonen en enzymen.

Kleur

Isoflavonen zijn niet zo wijdverspreid als andere categorieën flavonoïden. Veelvoorkomende isoflavonen, zoals daidzein, genisteïne en biochanine A, komen echter in verschillende kleuren voor.

Aangetroffen in

Sojabonen, rode klaver, witte klaver (zaden) en hennepzaden.

Ondersteunend onderzoek

Er is nog geen gedetailleerd inzicht in de voordelen van het gebruik van isoflavonen.

In 2001 onderzocht het Weense Institute of Food Chemistry and Technology extracten van de isoflavonen daidzein, genisteïne en biochanine A. De onderzoekers concludeerden dat de verbindingen een "hoge radicale opruimcapaciteit" lieten zien. Deze term beschrijft het vermogen om de productie van vrije radicalen te verminderen.

Als onderdeel van een vier weken durende dierstudie met ratten in 2005^[1], wezen Chinese onderzoekers op het "anti-oxiderende" effect van soja-isoflavonen. Ze vergeleken metingen van de lever van de dieren van voor en na de studie met elkaar. Ontdekt werd dat isoflavonen de productie van antioxiderende enzymen beïnvloedden. Als gevolg hiervan nam het aantal vrije zuurstofradicalen af.

Het Institute of Chemical Technology in Praag publiceerde een proefschrift waarin men wees op^[2] de aanwezigheid van isoflavonen in andere plantenfamilies dan de vlinderbloemigen. Ook onderzocht men de invloed van isoflavonen op borst- en prostaatkanker, de menopauze, osteoporose en hart- en vaatziekten.

Veiligheid en bijwerkingen

Mensen lijken isoflavonen goed te tolereren. De Europese Voedselautoriteit vermeldt namelijk geen nadelig effect. Toch is er wel tegenstrijdig bewijs wat betreft de invloed ervan op oestrogeenreceptoren. In preklinische studies^[3] wijst men op een mogelijk risico bij overmatige consumptie van soja-isoflavonen door vrouwen met een borstkankergeschiedenis.

Alle partijen erkennen tot slot dat er een gebrek is aan data wat betreft de langetermijneffecten van isoflavonen.